In dit deel van de reeks monografieën staat het civiele recht inzake het verhalen van personenschade centraal. Het vormt daarmee een vijfluik met de andere delen over schadevergoedingsrecht. De eerste drie delen, B34, Schadevergoeding: algemeen, deel 1 (Lindenbergh); B35, Schadevergoeding: algemeen, deel 2 (Klaassen) en B36, Schadevergoeding: algemeen, deel 3 (Spier) zijn gewijd aan het algemeen deel van het schadevergoedingsrecht en behandelen thema's die zich bij alle soorten schades kunnen voordoen. In de laatste twee delen - het onderhavige deel en het deel B38, Schadevergoeding: zaakschade (Salomons) - staan deelterreinen centraal die zijn gericht op bepaalde typen schade.
In deze monografie over personenschade komt aan bod: een kort overzicht van de structuur van het civiele aansprakelijkheidsrecht, de wettelijke regeling van de vergoeding van personenschade en wie in dat verband welke aanspraak toekomt, de vergoeding van schade wegens verlies aan arbeidsvermogen, de vergoeding van ander nadeel dan vermogensschade en de vergoeding van schade door overlijden. Ook wordt verkend welke andere vormen van personenschade dan letsel en overlijden zich zoal kunnen voordoen, worden de kosten van verhaal en de wettelijke rente besproken en komen enkele procedurele aspecten en de verjaring van de vordering tot schadevergoeding aan bod. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag uit welke andere bronnen dan het aansprakelijkheidsrecht de benadeelde in geval van personenschade kan putten en hoe (dergelijke) 'voordelen' van betekenis zijn voor de aanspraak op schadevergoeding.