De auteur bespreekt de civielrechtelijke dwangsom aan de hand van drie karaktertrekken: in drie delen komen achtereenvolgens het preventief, definitief en accessoir karakter van de dwangsom aan de orde. Diverse aspecten van de dwangsom worden behandeld, onder meer met betrekking tot hoger beroep, kort geding, onmogelijkheid tot naleving, verjaring en beslag. Bij de behandeling van de verschillende onderwerpen wordt ruim aandacht besteed aan jurisprudentie en praktijkgevallen. De drie delen monden elk uit in een slothoofdstuk, dat - onder meer - een overzicht bevat van de praktische aanwijzingen die uit de theoretische bevindingen kunnen worden afgeleid. Met het boek wordt aldus beoogd niet uitsluitend dogmatische vraagstukken te beantwoorden, maar daarnaast een handleiding te bieden voor de rechtspraktijk.