Bij de ontwikkeling van nieuwe woon- of werklocaties, het grondexploitatieproces, moeten die locaties bouw- en woonrijp worden gemaakt. Dat kost geld. Die kosten moeten gedragen kunnen worden door de verkoopopbrengsten van de gronden voor die nieuwe functies. De Nederlandse wetgeving bepaalt dat die kosten moeten worden verhaald op degenen die deze opbrengsten kunnen ontvangen en dat dit op een rechtvaardige manier moet gebeuren.
De Nederlandse wetgeving bepaalt dat die kosten moeten worden verhaald op degenen die deze opbrengsten kunnen ontvangen en dat dit op een rechtvaardige manier moet gebeuren. Daarvoor zijn onder meer de drie kostenverhaalscriteria vastgelegd: profijt, toerekenbaarheid en proportionaliteit, de PTP-criteria. Dat houdt in dat gekeken wordt naar het profijt dat een ontwikkelgebied heeft van het bouw- en woonrijp maken en van ingrepen die een gebied overstijgend karakter hebben. Omdat het vaak over veel geld gaat ligt de toepassing van de PTP-criteria gevoelig. Er is inzicht nodig in de wet- en regelgeving, in de werking van het kostenverhaalssysteem en in de jurisprudentie om ze goed toe te passen. Alles met het oog op een rechtvaardige verdeling van de kosten.
Evert Jan van Baardewijk heeft jarenlange praktijkervaring met deze materie als juridisch adviseur gebiedsontwikkeling bij Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling. In dit boek zet hij op een rij hoe het wettelijk systeem in elkaar zit als het om de PTP-criteria gaat, welke vraagstukken de praktijk tegenkomt en welke lijnen de jurisprudentie wijzen. Het boek is vooral bedoeld voor medewerkers en bestuurders van gemeenten en ontwikkelende partijen.