Dit compendium is bedoeld als eerste kennismaking met het financieel recht, zowel voor studenten als voor in de praktijk werkzame juristen. Het boek bevat een systematische en overzichtelijke behandeling van de voornaamste regels van het financieel recht. Uitgangspunt is daarbij het recht zoals dat thans geldt op basis van de Nederlandse en Europese financiële toezichtwetgeving. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan financieel rechtelijk relevante aspecten van Nederlands privaatrecht. Deze derde druk betreft in de eerste plaats een geactualiseerde bewerking van de vorige twee drukken. Daarnaast zijn in het boek twee nieuwe hoofdstukken opgenomen: een hoofdstuk over betaaldienstverleners en een hoofdstuk over duurzaamheidsregelgeving.
Het boek begint met een hoofdstuk over de grondslagen van het financieel recht en de structuur en kernbegrippen van de Wft. Daarna volgt een hoofdstuk waarin de voornaamste financiële producten en instrumenten worden besproken. In de volgende hoofdstukken komen verschillende financiële ondernemingen aan bod: banken, beleggingsondernemingen, beleggingsinstellingen, betaaldienstverleners, pensioenfondsen en verzekeraars. Vervolgens wordt een hoofdstuk gewijd aan het aanbieden van financiële instrumenten aan het publiek en de (toelating tot de) handel van financiële instrumenten. Het daarop volgende hoofdstuk betreft de voor de financiële praktijk sinds kort zo belangrijke duurzaamheidsregelgeving. Dit hoofdstuk wordt gevolgd door hoofdstukken over de civielrechtelijke aansprakelijkheid van marktpartijen en toezichthouders en de taken en bevoegdheden van deze laatsten. Het boek sluit af met een hoofdstuk met casusvragen en modelantwoorden. De auteurs zijn allen werkzaam op het gebied van het financieel recht. Zij vervullen functies in de wetenschap, bij financiële ondernemingen, in de advocatuur, in de rechterlijke macht en bij de toezichthouder.