Belastingplicht voor de vennootschapsbelasting van stichtingen en verenigingen / Druk 3

Voorzijde
Achterzijde
72,70
Levertijd: 5 werkdagen
Met 5% studentenkorting
voor 69,07 i
+
Bestel
ISBN: 9789012404723
Uitgever: Sdu
Verschijningsvorm: Paperback
Auteur: H.J. Bresser
Druk: 3
Pagina's: 304
Taal: Nederlands
Verschijningsjaar: 2019
NUR: Fiscaal recht

De belastingplicht voor de vennootschapsbelasting van stichtingen en verenigingen staat de laatste jaren in een toenemende belangstelling. Sinds het verschijnen van de vorige druk van dit boek is er de nodige jurisprudentie verschenen, zijn er nieuwe beleidsbesluiten verschenen en bestaande beleidsbesluiten herzien. Ook heeft de Wet modernisering Vpb-plicht Overheidsondernemingen invloed gehad op de fiscale behandeling van stichtingen en (in mindere mate) verenigingen.

In deze geheel herziene druk worden de wettelijke bepalingen rond de belastingplicht voor de vennootschapsbelasting voor stichtingen en verenigingen tegen het licht gehouden. Daarbij wordt niet alleen ingegaan op de wijze waarop wordt beoordeeld of een stichting of vereniging aan de vennootschapsbelasting is onderworpen; de diverse subjectieve vrijstellingen komen ook aan de orde. Ook wordt uitgebreid ingegaan op de regelingen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 die specifiek voor stichtingen en verenigingen zijn bedoeld. Deze regelingen beogen te bereiken dat een belastingplichtige de stichting of vereniging minder of geen vennootschapsbelasting verschuldigd is. Veel aandacht wordt besteed aan de fiscale positie van charitatieve instellingen en instellingen die charitatieve instellingen financieel ondersteunen. Kort wordt ingegaan op de specifieke bepalingen voor stichtingen en verenigingen rondom fusies, splitsingen en rechtsvormwijzingen.

De theorie wordt verduidelijkt aan de hand van praktijksituaties en de jurisprudentie.

Dit boek biedt de bestuurder, de fiscaal adviseur, maar ook de belastingambtenaar een uitgebreid naslagwerk bij het zoeken naar het antwoord op de vraag of een stichting of vereniging aan de vennootschapsbelasting is onderworpen, of een beroep op één der vrijstellingen kan worden gedaan, en hoe een aantal specifiek voor de stichtingen en verenigingen bedoelde regelingen dient te worden uitgelegd.

Sinds 2016 is de subjectieve belastingplicht voor de publieke sector ingrijpend gewijzigd en vindt de beoordeling of sprake is van belastingplicht plaats op overeenkomstige wijze als bij stichtingen en verenigingen het geval is; dit boek is daarom tevens voor bestuurders en ambtenaren in de publieke sector een handig hulpmiddel.

Een handig hulpmiddel is het achter in het boek opgenomen schema. Tevens zijn in dit boek alle relevante beleidsbesluiten en uitgebreide jurisprudentieregisters opgenomen.