De huidige overheidsbemoeienis met de volksgezondheid en zorg vormt de resultante van een historische ontwikkeling waarin verschillen van inzicht en botsende ideologische opvattingen steeds hun stempel op het beleid en de besturingsstructuur drukten. Conflicten over meer concrete zaken als regelgeving, beleidsdoeleinden en middelen of de verdeling van de zeggenschap waren regel in plaats van uitzondering. Machtspolitieke overwegingen speelden altijd mee. Compromisvorming bleek veelal de enige mogelijkheid om verder te komen.
Dit boek biedt een politicologisch-bestuurskundig kader voor de analyse van de inhoud, totstandkoming en resultaten van het overheidsbeleid en de bestuurlijke structuur op het terrein van de volksgezondheid en de zorg. Welke veranderingen hebben zich hierin in de loop van de tijd voorgedaan en welke factoren waren hierop van invloed? Hoe komt het overheidsbeleid tot stand en welke veranderingen zijn hierin zichtbaar? Welke spelers zijn hier tegenwoordig bij betrokken? Hoe steekt de besturing van de volksgezondheid in elkaar en welke veranderingen zijn hierin zichtbaar? Op welke grenzen stuit de inrichting van de bestuurlijke structuur? Wat is de invloed van de Europese Unie op het beleid en de besturingsstructuur ten aanzien van de volksgezondheid en zorg?
Tal van concrete voorbeelden ondersteunen de beantwoording van deze vragen. In twee aparte hoofdstukken wordt de lopende hervorming van de gezondheidszorg en de langdurige zorg met behulp van het politicologisch-bestuurskundige kader geanalyseerd.