Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
is in de zestig jaar van zijn bestaan van groot belang geworden.
Uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
(EHRM) zijn vaak bepalend gebleken voor de vormgeving
van het Nederlandse rechtssysteem. Ook het strafrecht, het
vreem delingenrecht of het familie- en jeugdrecht kennen grote
beïnvloeding door het EVRM en de uitspraken van het EHRM.
Daarnaast blijkt dit belang uit de hoeveelheid uitspraken die ieder
jaar bij het EHRM worden ingediend en die een sterk uiteenlopend
karakter hebben.
De rechtspraak van het Hof is niet alleen omvangrijk, maar ook
complex en veelomvattend. Dit boek voorziet in een overzicht
van enkele basisbeginselen en algemene leerstukken die centraal
staan in de rechtspraak van het EHRM. Zo wordt ingegaan op de
vraag hoe het Hof de reikwijdte van het EVRM bepaalt en wordt
aandacht besteed aan de toegelaten beperkingen op de EVRMrechten.
Ook de margin of appreciation-doctrine en het leerstuk
van de positieve verplichtingen komen uitgebreid aan bod.
Afgesloten wordt met de behandeling van de horizontale werking
van het EVRM.
Aan de hand van diverse citaten uit de rechtspraak van het
EVRM biedt dit handboek iedere jurist die in aanraking komt
met het EVRM een praktische handreiking.