Op 11 mei 2006 kocht Hans van Themsche (1988) een jachtgeweer in Antwerpen en trok hij, kaalgeschoren en gehuld in een lange, zwarte jas, moordlustig door de stad. Eerst schoot hij op Songul Koç (46), een Turkse vrouw die een hoofddoek draagt en op een bankje een boek zat te lezen. Van Themsche liet haar zwaargewond achter. Enkele honderden meter verder vermoordde hij het tweejarige Belgische meisje Luna Drowart en haar kinderoppas Oulematou Niangadou (24), een Malinese vrouw. Daarna kon de politie de achttienjarige uitschakelen. Heel het land reageerde geschokt en was in rouw. De zaak had ook politieke gevolgen. Als gevolg van de schietpartij werd de goedkeuring van een nieuwe wapenwet versneld, zodat een legale impulsaankoop van wapens niet meer mogelijk is. Op 1 oktober 2007 begon het assisenproces in Antwerpen, onder massale belangstelling van pers en publiek. Door de harde confrontatie met de onbegrijpelijke feiten stond het land opnieuw in rep en roer. Na een slopend assisenproces volgde voor Hans Van Themsche de zwaarste straf: levenslang. Die straf werd opgelegd door volksjury en hof samen. De auteur volgde als gerechtsverslaggever al nagenoeg duizend assisenprocessen. Maar dit specifieke assisenproces heeft ook hem sterk aangegrepen. Hij volgde het proces van het eerste tot het laatste moment. De zaak Hans van Themsche is zijn grondige relaas van deze ophefmakende moordzaak.