In Schrijven van beleidsnotities leren (aankomende) professionals teksten over beleidsnotities en korte adviesteksten over beleid te schrijven of aan te scherpen.
Waarom kiezen voor Schrijven van beleidsnotities?
* Specifiek gericht op het schrijven van beleidsnotities en adviesteksten over beleid;
* leert studenten lezersvriendelijk schrijven;
* uitgebreid met bijlagen over o.a. opdrachtgeving.
In Schrijven van beleidsnotities worden in zes hoofdstukken de volgende onderwerpen behandeld: de beleidsnotitie in het beleidsproces, de centrale vraag, tekstschema's, alinea-indeling, de presentatie en leesbaarheid op zinsniveau. De leerstof is uitgebreid met bijlagen over opdrachtgeving, een schema voor de beoordeling van beleidsnotities en oefencasussen. Schrijven van beleidsnotities is geschreven voor hoger economische opleidingen waarbij in het curriculum aandacht aan het schrijven van beleidsnotities wordt besteed, zoals bij MER-Bedrijfskunde, Overheidsmanagement en Communicatie. Het boek is ook beschikbaar als e-book.
Wat is nieuw in de vijfde editie van Schrijven van beleidsnotities?
De inleiding is uitgebreid met didactische aanwijzingen en de theorie wordt aan de hand van nieuwe casussen en praktijkvoorbeelden behandeld. Het recent vastgestelde Referentiekader Taal van het ministerie van OCW vervangt de verwijzingen naar de eerder vermelde competenties.
Online ondersteuning
Op de ondersteunende website vinden studenten de antwoorden op de oefeningen en uitwerkingen van de oefencasussen uit het boek en extra oefeningen.
Over de auteurs
Willem Koetsenruijter (1958) studeerde Taalbeheersing aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde daar in 1993 op het proefschrift Meningsverschillen. Hij werkte als beleidsmedewerker en faculteitssecretaris aan de Economische Faculteit van de Universiteit van Amsterdam en gaf schrijftrainingen bij een groot aantal overheidsorganisaties en bedrijven. Koetsenruijter werkte verder als docent, onder andere bij de studierichting Culturele Studies van de Universiteit van Amsterdam en de faculteit Communicatie en Journalistiek van de Hogeschool Utrecht. Sinds 1997 werkt Koetsenruijter als zelfstandig tekstschrijver, eindredacteur en trainer. Vanaf 2001 is hij als universitair docent en onderzoeker verbonden aan de opleiding Journalistiek & Nieuwe Media van de Universiteit Leiden. Hij publiceerde artikelen en boeken op het gebied van argumentatietheorie, het schrijven van beleidsrapporten, milieueffectrapportages en onderzoek op het gebied van journalistiek. Recent publiceerde met drie Leidse collega's een veelgebruikt studieboek over het gebruik van beeld in communicatie: Beeldtaal. Perspectieven voor makers en gebruikers.
Rinke Berkenbosch (1963) studeerde in 1988 cum laude af in Taalbeheersing, een van de richtingen van de studie Nederlandse Taal- en Letterkunde. Van 1989 tot 1994 werkte hij bij de vakgroep Taalbeheersing van de Universiteit van Amsterdam, waar hij zich onder meer bezig hield met onderzoek naar argumentatie in milieueffectrapporten. In 1995 vestigde Berkenbosch zich als zelfstandig tekstschrijver, redacteur en schrijftrainer. Berkenbosch verzorgt regelmatig schrijftrainingen voor uiteenlopende bedrijven, organisaties en onderwijsinstellingen. Hij is penvoerder geweest van verschillende milieueffectrapporten, waaronder rapporten over de aanleg van de Tweede Maasvlakte en aardgaswinning in de Waddenzee. Berkenbosch is (co)auteur van enkele boeken over beleidsnota's, bedrijfscorrespondentie, beleidsdebatten en het schrijven van milieueffectrapporten, en tal van artikelen in vakbladen.