De functie van officier van bestuurlijke politie (OBP) werd ingevoerd met de wet op het politieambt. De wetgever wilde dat bepaalde bevoegdheden van bestuurlijke politie, die aanleiding geven tot het beperken van de individuele vrijheden, slechts aangewend worden na een beslissing van onder meer een politieambtenaar die met een specifieke graad of functie bekleed is. Op die manier wordt een zekere garantie ingebouwd ter bescherming van de individuele vrijheden. De wettelijke en reglementaire bepalingen aangaande de officier van bestuurlijke politie beperken zich echter niet tot de wet op het politieambt. Diverse wettelijke en reglementaire teksten kennen aan de officier van bestuurlijke politie specifieke bevoegdheden toe. De officier van bestuurlijke politie geeft een duidelijke omschrijving van de functie en bevoegdheden van een officier van bestuurlijke politie. Daarnaast worden die bevoegdheden geïllustreerd aan de hand van de toepassing ervan bij de belangrijkste operationele taken die de OBP kan uitoefenen.