Aartspriester Silouan Osseel had een zo grote bewondering voor de Heilige Silouan de Athoniet dat hij, wanneer hij tot priester werd gewijd, koos om dit te laten gebeuren onder de naam ‘Silouan’, daar Silouan voor hem symbool was komen te staan voor het zoeken naar een steeds intensere gemeenschap met Christus en de Heiligen van Diens Kerk.
Vijfentwintig jaar lang heeft hij zich-samen met zijn geliefde echtgenote
Oda-onvermoeid ingezet voor het welzijn van de parochianen van Eindhoven, en tot op de laatste dagen van zijn aardse leven bleef Vader Silouan zich verantwoordelijk voelen voor zijn geestelijk kind: zijn parochie van de Heilige Nektarios van Aegina.
10 jaar lang was hij daar diaken en hij wordt, sinds zijn ontslapen in de Heer op zondag 19 april 2015, nog altijd herinnerd als een diaken die waarlijk de viering van de Liturgische Diensten kon opluisteren met zijn stem en zijn engelachtige liturgische handelingen.
Het boek dat u nu in uw handen houdt, van origine een toespraak gericht aan zijn dierbare parochianen, betreft een beknopte maar verhelderende uiteenzetting over het Jezusgebed en is tegelijkertijd een weerspiegeling van zijn toewijding en liefde.
Want hoewel dit korte gebed nagenoeg niemand vreemd is, wilde Vader Silouan zich er met deze toespraak van verzekeren dat zijn parochianen zich niet alleen volledig bewust zouden zijn van de werkelijke betekenis ervan, maar ook met name dat zij het naar behoren en doorgedreven zouden beoefen om zo de veelvoorkomende valkuilen bij het bidden te kunnen vermijden en een staat van, wat hij noemt, ‘tegenwoordigstelling’ te kunnen bereiken: onze geest geheel laten opgaan in de woorden van het Gebed. Want in het zuiver gebed, zo zegt Vader Silouan, ‘is er niets en niemand anders meer dan God en ik.’
Het getuigt, nogmaals, van zijn grenzeloze liefde voor de Orthodoxie en zijn parochianen. Een liefde die nu, via dit boek, gedeeld kan worden met de rest van de wereld.
In eeuwige gedachtenis,
Aartspriester Silouan Osseel
19 april 2015