- je gaat aan de slag met allerlei opdrachten die met Taalverzorging te maken hebben

- je herhaalt de belangrijkste regels van leerjaar 2 en je leert nieuwe regels

- het thema in deze module is muziek en je zult dan ook veel over muziek en artiesten kunnen lezen

Je herhaalt en leert:

- hoe je werkwoorden vervoegt in verschillende tijden

- hoe je verschillende werkwoorden herkent

- hoe je hoofdletters en leestekens gebruikt

- hoe je ervoor kunt zorgen dat je foutloos schrijft

- hoe je ...

- je gaat punten scoren met goed schrijven

- je appt, schrijft e-mails en beoordelingen en vult een formulier in

- je schrijft ook een zakelijke brief en een artikel

- je solliciteert en maakt een curriculum vitae

- je oefent een aantal spellingsonderdelen die belangrijk zijn bij het schrijven. Zo oefen je bijvoorbeeld met interpunctie

Je leert:

- het verschil tussen informeel en formeel taalgebruik

- wat een hoofdgedachte is

- waar een goede website aan voldoet

- veel over zakelijke...

- je leert welke strategieën je tijdens het luisteren kunt gebruiken

- je leert hoe je je luistervaardigheid verbetert

- je leert hoe je gebruik maakt van je voorkennis zodat luisteren makkelijker wordt.

Je werkt in deze module aan het onderdeel luisteren op A2-niveau. Je kunt:

- zinnen en veel gebruikte woorden begrijpen die te maken hebben met jezelf, je familie, winkelen, de plaatselijke omgeving of je werk;

- de belangrijkste punten uit korte, duidelijke, eenvoudige berichten en aan...

- je leest fragmenten uit spannende boeken

- je leest over avonturen en andere culturen. Door de fragmenten krijg je zin om zelf te gaan lezen. Dat ga je ook doen. Je leest drie boeken voor je fictiedossier

- sommige stukjes uit boeken zul je leuker vinden dan andere. Waarom? Je geeft je mening over deze fragmenten en legt uit waarom je het ene fragment leuker vindt dan het andere

Je leert:

- hoe een schrijver een verhaal spannend maakt

- verschillende kenmerken van verhaalsoorten

- ho...

- in deze module geef je duidelijk je mening. Dat doe je voor de klas en na het kijken van verschillende kijk- en luisterfragmenten

- op perron drie ga je verder met solliciteren. Je wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Spannend!

Je leert:

- een betoog houden voor een groep

- vragen beantwoorden na het bekijken van kijk- en luisterfragmenten

- kenmerken van het Journaal

- over vaktaal, streektaal en dialect

- op een correcte manier gesprekken voeren

- verschillende gespreks...

- je leest fragmenten uit spannende boeken

- je leest over avonturen en andere culturen. Door de fragmenten krijg je zin om zelf te gaan lezen. Dat ga je ook doen. Je leest drie boeken voor je fictiedossier

- sommige stukjes uit boeken zul je leuker vinden dan andere. Waarom? Je geeft je mening over deze fragmenten en legt uit waarom je het ene fragment leuker vindt dan het andere

Je leert:

- hoe een schrijver een verhaal spannend maakt

- verschillende kenmerken van verhaalsoorten

- ho...

Je leert:

- de kenmerken van verschillende tekstsoorten;

- de doelen van verschillende tekstsoorten;

- hoe je tekstverbanden binnen een zin, een alinea of een tekst kunt

herkennen;

- hoe teksten zijn opgebouwd;

- hoe je hoofd- en bijzaken uit elkaar houdt.

- in deze module geef je duidelijk je mening. Dat doe je voor de klas en na het kijken van verschillende kijk- en luisterfragmenten

- op perron drie ga je verder met solliciteren. Je wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Spannend!

Je leert:

- een betoog houden voor een groep

- vragen beantwoorden na het bekijken van kijk- en luisterfragmenten

- kenmerken van het Journaal

- over vaktaal, streektaal en dialect

- op een correcte manier gesprekken voeren

- verschillende gespreks...

- je kiest een Engelse stad uit die je wilt bezoeken en maakt een programma voor de reis

- je organiseert voor jezelf een dag om nooit te vergeten en maakt daarover een verslag

- je leert hoe je de toekomende tijd (the future) gebruikt

- je leert hoe je few en little gebruikt

- je leert hoe je short answers maakt

- je leert hoe je de Past Perfect gebruikt

- je herhaalt de past simple

- je herhaalt hoe je could, should en would gebruikt