Dit boek is de inleiding tot de Universele Gestalttheorie. Op basis van de esoterie en de regel van Hermes 'zo boven zo beneden' is die theorie een poging om de universele leer aller tijden te reconstrueren. In het oude Egypte was die aan alle ingewijden bekend. Plato is de laatste wijsgeer die daarvan heeft getuigd. Na zijn tijd ging die leer in het westen verloren en werden de verschillende brokstukken ervan geheim. Ook in India is de universele leer van de goddelijke wezens verloren gegaan.

De wetenschap zegt dat dit universum tijdens de big bang is ontstaan. Vóór de big bang was er niets. Dan is het nogal vreemd, dat er niet wordt verteld hoe de big bang uit de niet-tijd, de niet-ruimte en de eeuwige rust is ontstaan. Volgens de logica kan dat niet. Daarnaast is het ook niet logisch om te geloven dat er een eeuwig bestaande niet handelende God was, die dat ineens heeft veroorzaakt.

Die tegenstelling is nog niet opgelost, terwijl Pythagoras, Plato en andere wijsgeren in die ti...