Het civiele kort geding is de meest bekende en tot de verbeelding sprekende civiele procedure. Dit boek behandelt aan de hand van vijf vragen de stappen die gezet moeten worden bij de voorbereiding en behandeling van een civiel kort geding. Die vijf vragen luiden: wie, wat, wanneer, waarom en hoe. Met het stappenplan, waarbij het accent op de voorbereidende fase ligt, bent u in staat de wezenlijke vragen die in kort geding spelen voor uzelf te beantwoorden en te verwerken in uw processtuk, of...

De ‘verboden beschikkingen’ in het erfrecht richt zich op de ‘verboden beschikkingen’ (artikel 4:57-62 BW) in hun huidige vorm en opzet. Op grond van die bepalingen mogen enkele specifieke groepen van personen onder omstandigheden geen voordeel genieten uit iemands uiterste wilsbeschikking(en). De term ‘verboden’ wekt de indruk dat het niet toegestaan is om de uitgesloten personen bij uiterste wil te bevoordelen. Zo absoluut als het verbod klinkt, is het echter niet. In deze disse...

Sinds 1 januari 2023 geldt in België een nieuw verbintenissenrecht. Op diverse plaatsen hebben de bepalingen uit het Nederlandse Burgerlijk Wetboek de Belgische wetgever daarbij tot voorbeeld gestrekt. Dit boek biedt een unieke analyse van het nieuwe Belgische verbintenissenrecht vanuit Nederlands perspectief. Welke lessen leert de Nederlandse praktijk voor de toepassing van deze nieuwe Belgische wetsbepalingen? En reikt het nieuwe Belgische verbintenissenrecht ook oplossingen aan voor vraag...

De Delen 7 tot en met 10 zijn aan het recht van de adviesovereenkomst gewijd. In Deel 7 wordt een inleiding op het recht van de adviseursovereenkomst gegeven. Vervolgens komen wat de adviseur betreft de volgende onderwerpen aan de orde: totstandkoming van de overeenkomst, de inhoud en wijziging van de overeenkomst en de vertegenwoordiging van de opdrachtgever door de adviseur. Voorts vormen de verplichtingen die op de opdrachtgever rusten onderwerp van dit Deel.

De adviesrechtdelen geven een...

De verschillen tussen het personen- en familierecht van Suriname en dat van de drie CAS-landen (Curaçao, Aruba en Sint Maarten) zijn gering, de verschillen met Nederland zijn zo groot dat het gebruik van een Nederlands boek minder geschikt is. Dit rechtvaardigt het verschijnen van dit boek. Gelukkig hebben BW-SUR, BW-CUR, BW-AUA, BW-SXM en BW-NL in beginsel dezelfde nummering. Het personen- en familierecht wordt in tien hoofdstukken behandeld. Zowel voor studenten als praktijkjuristen is dit...

Deze wetseditie bevat verdragen, wetten, besluiten en reglementen op het gebied van het personen-, familie- en erfrecht

Dit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC), gaat over de vraag naar het maatschappelijk draagvlak voor de legitieme portie en de juridische en maatschappelijke gevolgen van eventuele afschaffing van de legitieme portie voor kinderen vanaf 21 jaar. Aan de uitkomsten ligt een juridisch-dogmatisch, rechtsvergelijkend, empirisch (enquête, interviews) en sociologisch onderzoek ten grondslag.

Het Nederlandse bouwcontractenrecht kent een veelheid van contractmodellen en algemene voorwaarden. Hoe moet een opdrachtgever daar uit kiezen? Hoe weet een opdrachtnemer waar hij wel of niet aansprakelijk voor is? En hoe zit het met het gewone burgerlijke recht als er geen bouwcontract gesloten is? Op deze en meer vragen wordt in dit boek antwoord gegeven. De meest gebruikte voorwaarden worden uitgebreid en overzichtelijk uiteen gezet op een manier die juridisch verantwoord en tegelijkertijd...

De Delen 7 tot en met 10 zijn aan het recht van de adviesovereenkomst gewijd. Deel 9 heeft als onderwerp de schadevergoeding waartoe de adviseur aansprakelijk wordt gehouden alsmede de onderbreking, vertraging en onderbreking van de opdracht en de beëindiging van de opdracht. Wat betreft de schadevergoeding gaat het om vragen betreffende het causaal verband tussen de tekortkoming en de schade, waarbij de aandacht onder andere uitgaat naar het begrip indirecte schade. Een tweede belangrijk on...

De preadviezen van dit jaar hebben als thema ‘Het spanningsveld tussen nationaal en Europees privaatrecht’. De preadviseurs bezien dit spanningsveld zowel vanuit de inhoudelijke wisselwerking tussen het Unierecht en het Nederlandse vermogensrecht als vanuit de invloed van het Europese recht op het systeem van het Burgerlijk Wetboek.

Preadvies Berend Jan Drijber: Naar een meer symbiotische relatie tussen Unierecht en nationaal vermogensrecht

Hoe kunnen het Unierecht en het nationale vermog...