Vader Jakob en zijn nageslacht (Psalm 146:5)

Wie werkelijk alle hulp verwacht van de HEERE is welgelukzalig, vol van geluk. Psalm 146 spreekt er in het begin van de Psalm over. Vertrouwt niet op mensen, vertrouw zelfs niet op prinsen. Alleen met het vertrouwen op de God van Jakob, zult u nooit en te nimmer omkomen.

Efraïm tot God bekeerd (Jeremía 31:9)

We gaan nadenken over de waarachtige bekering van Efraïm. Met geween en met smekingen zal hij komen. En dan vraagt u natuurlijk: ‘Was ...

Deel 9. Kanselserie

Bevat 2 preken over dankdag

Ook voor heidenen, ds. E. Venema

1. Christus en de Samaritaanse vrouw (Johannes 4:7a)

Christus moest door Samaria gaan om bij de Jakobsbron een zondige,

Samaritaanse vrouw zalig te maken. Beiden dronken niet van het water

uit de put, maar het drinken uit de onuitputtelijke liefde van God (en

Christus) maakte hen werkelijk gelukkig.

2. Zangers in de nacht (Handelingen 16:25)

Paulus en Silas werden beiden te Filippi gevangengezet. Maar ze

zongen Gode lofzangen. God beantwoordde hun gezang met een

aardbeving. De stokbewaarder dacht toen dat de gevangenen gevluc...