Vasco is op Rhodos, waar bankiers op geheimzinnige wijze verdwijnen. Nog maar nauwelijk aangekomen ontdekt hij dat een onbekende zijn identiteit heeft aangenomen en een voorraad goud aan boord heeft laten brengen van een galei die koers naar Italië zal zetten. Als slachtoffer van een ontvoering krijgt Vasco te maken met de Byzantijnse en met degenen die verantwoordelijk zijn voor deze affaire...

In 1347, wanneer Italië wordt geteisterd door de pest en uitgebuit door gewetenloze edelen, verschijnt een merkwaardige figuur ten tonele. Hij heet Cola di Rienzo, heeft de steun van de paus en belooft Rome te bevrijden van de dictatuur van de adel. Hij vraagt de bankier Tolomei hem daarbij financieel te steunen. Die laatste draagt zijn neven Vasco en Tolomei op om Rienzo te helpen het goud naar Rome te transporteren...